We moeten het een beetje moeilijk hebben

De man begroet mijn hond, die relaxed in de bak voor op de fiets zit. ‘Hé kleine Boeddha, geniet je?’ Ik kijk hem somber aan vanonder mijn regenhoed. De druppels vallen langs mijn gezicht. ‘Het is geen goede dag’ antwoord ik voor mijn hond. ‘Trump wordt de volgende Amerikaanse president.’ Deze informatie is nieuw voor hem, maar hij reageert laconiek. ‘Ach, zo veel zal er toch niet veranderen?’ Zijn stem en woordgebruik zijn aristocratisch, zijn ogen stilstaande grijze poelen. Ik denk zijn dreadlock baard, lange haarslierten, kapotte tanden en haveloze kleding weg en vraag me af wat zijn levensverhaal is.

‘Ik denk dat er veel gaat veranderen’ reageer ik en door mijn hoofd schiet de bescherming van onze planeet, de Amerikaanse health care, de internationale relaties met Europa, Rusland en het Midden Oosten, de Mexicaanse muur en het uitzetten van illegalen. De baksteen in mijn maag wordt zwaarder en zwaarder.

‘We moeten het een beetje moeilijk hebben’, reageert hij. ‘Mensen moeten niet te veel krijgen, dat is niet goed voor ze. Het maakt ze lui. Gisteren kreeg ik een briefje van 20 Euro. Ik heb er mijn biertjes van gekocht en wat te eten. Vanochtend voelde ik me belabberd. Ik had het te gemakkelijk gekregen, ik had er niet voor gewerkt. Kijk, ik werk de hele dag. Verzamel flessen en krijg het statiegeld. Het is zwaar werk voor weinig inkomsten, maar ik doe het wel zelf.‘

Dan vervolgt hij ‘Ik weet best veel van vogels, en laatst zag ik een heel bijzondere. Ik was zo gelukkig. Maar toen zag ik nog een bijzondere en ik was er al veel minder blij mee en toen ik op dezelfde dag een derde zag werd ik boos. Het was teveel voor op een dag. Ik was blij met één!

“Hoe lang leef je al op straat?’ Hij denkt na. ‘Sinds 1996. Ik had een gebroken been en kwam terecht in een opvang, aan het einde van lijn 17. Toen ik weer kon lopen, lieten ze me gaan. Ik kreeg geen …pas mee, maar dat heeft me gered.’
Ik verstond het woord niet goed, maar duidelijk was dat je met deze pas leefgeld kon opnemen. ‘Als ik dat had gekregen, dan had ik niets meer hoeven doen. Veel beter zo’.

‘Waar slaap je?’ vraag ik vervolgens, op straat of in een nachtopvang?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, nooit nachtopvang, ook niet in de winter. Vannacht werd ik weggejaagd uit een portiek. Er ging een raam boven me open en iemand schreeuwde –ook zijn Engels is prachtig- ‘’Oh my God, he is still here, I am going to call the cops.’’ Nou ik ga vanavond gewoon terug hoor, maar laat, als zij al slapen.’

Tijdens ons gesprek loopt hij opeens door. Ik zou hem graag geld geven of kleding, maar weet nu dat hij dat niet wil. Ik stap op de fiets. Ik word steeds verdrietiger.

2 gedachtes over “We moeten het een beetje moeilijk hebben

  1. Again beautiful words and so vividly described. As last time I feel like I was there and yes I also felt sadness. Wonderfully written. Looking forward to the next one…….

    Like

Plaats een reactie