Een geluksmomentje

De ene dag loop ik naar de winkel alsof er niets aan de hand is. De zon schijnt, ik zit goed in mijn vel en begroet de veranderde wereld met een lach op mijn gezicht. De andere dag erger ik me aan mensen die zich van niemand iets aantrekken, drie breed over het trottoir lopen en geen centimeter opzij gaan.
Vandaag is het een dag van de eerste orde en ik ben op weg naar de Jumbo want daar is een heel lekker merk pasta te koop, zo verzekert me een vriend die het weten kan.

Bij de kassa staan twee handhavers -hun functie staat met koeienletters op de rug mocht iemand nog twijfelen- hun broodje en drankje af te rekenen. De mannen zijn druk in gesprek en staan dicht op elkaar. De kassière, een Jordanese dame die de gevorderde jaren in de ogen kijkt, onderbreekt hun levendige conversatie.
‘Zijn jullie familie?’ vraagt ze quasi streng.
De mannen hebben het niet eens door en knikken van nee.
‘Oh, nou dan zeker één van de vader en één van de moeder’ en ze legt resoluut het bonnetje voor ze neer.
Dan ben ik aan de beurt.
‘Hé mop, leg je dat balkje effe achter je boodschappen?’ vraagt ze me terwijl ze de fles sinaasappelsap inspecteert die ik net heb geperst. Kordaat draait ze de dop beter aan.
‘Je mot dat klikje horen, dan is ‘ie pas dicht’ voedt ze me op.  En als je dat niet kan, dan mot je effe in de winkel een sterke man vragen. Je ruikt ze vanzelf.’
Ze zet haar band weer in beweging en langzaam komen de vier pakken pasta haar kant op. Ze pakt een pak op, draait het om en leest aandachtig wat erin zit.
‘Ik kijk altijd effe wat voor boodschappen er worden gedaan. Vind ik interessant.’
Ik vertel haar dat ik deze pasta op aanraden van een vriend koop.
‘Koop je dan meteen zoveel? Is toch beter om eerst uit te proberen’, zegt ze praktisch.
Ik zeg maar niet dat ik altijd en gros inkoop en dat dit voor mijn doen weinig is.
Ze slaat de kassa af, ik pak mijn boodschappen en zeg haar gedag.
‘Mot je de bon niet hebben? Dan weet je hoeveel die pasta kost. Maar niet te lang kijken hoor, er staan weer klanten achter je.’
Vrolijk stap ik naar buiten.

Bij de deur schudt een dakloze man een bekertje met geld heen en weer. Het is een karige opbrengst, de muntjes maken nauwelijks geluid. Terwijl ik op zoek ga naar steeds schaarser wordend kleingeld, vraagt een man die dozen aan het tillen is hem ‘Kan je werken?’  Hij veegt zijn handen af aan zijn broek -werkt bijna net zo goed als handgel- en kijkt de dakloze met sympathie aan. De ander lijkt hem niet goed te hebben verstaan of te begrijpen, maar knikt dan toch voorzichtig.
‘Kom dan morgenochtend maar naar me toe, dan kan je mee helpen in de winkel.’

Pas dan dringt het tot me door dat ik net in de winkel een aantal mensen heb zien werken met een lichte handicap. Een meisje met maar één arm achter de kassa, een jongen met het syndroom van Down die vakken aan het vullen was. Deze zaak geeft deels arbeidsgeschikten de mogelijkheid mee te draaien in het ‘normale’ werkverkeer. En er is lekkere pasta. Ik ga vaker bij de Jumbo Westerstraat mijn boodschappen doen!

 

7 gedachtes over “Een geluksmomentje

Plaats een reactie