Duna

Het was een belangrijke dag voor Duna. Ze zou binnenkort naar de peuterspeelzaal gaan en dan was ze toch eigenlijk te groot voor een speen. Een passende ceremonie begeleidde het belangrijke moment van afscheid. Het hele gezin, pappa, mamma, zus en Duna stonden op de brug over de gracht. De speen met ‘I love mama’ was vastgebonden aan het staartje van een knalrode ballon, die vrolijk knipoogde in het avondzonlicht. Duna zei dapper ‘dag speen, ik word nu groot, jij moet nu weg en duwde de ballon met bemanning kordaat over de reling. De plechtigheid werd thuis afgesloten met haar lievelingspizza.

Die avond was het moeilijk slapen. Het werd 8, 9, 10, 11, 12, 1 uur. Ze riep, huilde, krijste en alle knuffels, zelfs haar lievelingskonijn, werden woedend uit bed gegooid. Uiteindelijk viel ze om 2 uur uitgeput in slaap. Tot 4.30 uur. .. waarna de orkaan opnieuw opstak.

Om haar een beetje af te leiden gingen moeder en dochter de volgende dag op fiets en loopfiets naar Artis. Twee wit weggetrokken gezichten keken uitgeput naar de beweeglijke apen, die opgewonden conversaties met elkaar voerden. Het bezoek leek een goed idee te zijn geweest. Maar op het moment van vertrek wierp Duna zich op de grond. Ergens in haar tenen had ze nog wat energie gevonden. Met grote uithalen krijste ze ‘Ik wil niet op de loopfiets. Ik wil niet opstaan. Ik wil mijn SPEEN!!! Ouders met voorbeeldige kinderen liepen afkeurend kijkend langs hen heen. Haar moeder werd steeds wanhopiger. Ze reageerde streng, ‘NEEE’, lief, ‘NEEE’, overtuigend, ‘NEEE’, dwingend, ‘NEEE’, chanterend, ‘NEEE’, woedend, ‘NEEE’! Duna was niet meer te bereiken. Ze stampte, schokte en stompte. De wanhoop stroomde over haar gezicht, haar lichaampje stond strak als een overrijpe kiwi.

Toen ze eindelijk thuis waren, viel Duna uitgeput op de bank in slaap. Bij mijn binnenkomst zei mijn vriendin beschaamd tegen me ‘Ik moest echt mijn handen in mijn jaszak houden om haar niet te slaan. Maar ik begrijp het wel. Het is gewoon haar eerste verslaving. Had je mij moeten zien toen ik stopte met roken.’

 

 

2 januari

Ik fiets over de gracht en zie het ene stoffelijk overschot na het andere liggen, achteloos aan de kant gegooid. Afgedankt, niet meer nodig. Naakte ledematen steken krampachtig uit alsof ze nog even aan het leven vast willen houden. Een versiering die niet los te krijgen was, bengelt zachtjes in de wind.

Nog geen maand geleden kregen ze onze volle aandacht nadat ze er wel acht jaar over hadden gedaan om bij ons te komen. Er werd gewikt en gewogen op lengte, omvang, geur en kleur. En als de keuze dan eindelijk gemaakt was, werden ze vrolijk mee naar huis genomen en met volle aandacht aangekleed. Uitbundig in alle kleuren van de regenboog of sereen in maagdelijk wit. Ze stonden in het licht en gaven ons warmte en gezelligheid.

En nu op 2 januari zijn ze plotsklaps, met zijn allen, afgedankt. Ze hebben hun taak volbracht. Ze liggen op straat om als grof vuil opgehaald te worden. En onze goede voornemens? Liggen die aan het eind van de maand hier ook zo afgedankt bij?  Boft de schoonmaakploeg dan eens even.

 

 

Joop II

Ik heb Joop weer gezien. Met mijn hond, nog steeds in elkaar duikend en oortjes plat bij het horen van een verlaat rotje, trok ik op 1 januari het druilerige park in. Joop liep met een stok voetje voor voetje over het geasfalteerde pad. Zijn eens zo rode volle gezicht was bleek en ingevallen. Hij maakte een fragiele indruk, maar zijn Jordanese spirit was onverslagen. Ook Max, zijn herder, had in de afgelopen maanden grijze haren rond zijn snoet gekregen.

Zeer plastisch vertelde Joop me over zijn knieoperatie, die hij onder verdoving van een lies- en ruggenmergprik (‘brandde joh!’) had ondergaan. Ze hadden hem als ‘een krimmeneel’ vastgebonden op het bed. Vervolgens was er een schotje over zijn buik gezet, zodat hij niets kon zien maar wel alles kon horen. Overtuigend deed hij de snerpende, kloppende en hakkende geluiden na van een slijptol, hamer en beitel om mij duidelijk te maken hoe de operatie in zijn werk was gegaan. Tijdens het oorverdovende lawaai had hij nog wel aan de dokter bevestiging gevraagd dat het gebruikte gereedschap geen uitverkoopje van de Gamma was.

De volgende dag al kreeg hij zijn eerste fysiotherapie. ‘Komt er zo’n jochie de kamer binnen, mooi pakkie aan, telefoontje aan zijn oor en maar babbelen, druk, druk, druk. Ik waarschuwde ‘m nog dat hij m’n been niet mocht laten vallen, en wat doet ie? Heb ‘m direct de kamer uitgezet.‘ De aanwezige verpleegster was zichtbaar tevreden dat de jongeman op goed Jordanese manier de oren was gewassen.

Eenmaal thuis zorgt de buurt goed voor Joop. De koelkast is gevuld en er is een Whatsapp groep ‘Joops uitlaatservice’ gemaakt voor Max. Dagelijks zorgt zijn buurmeisje voor de fysio. 9 Februari wordt de andere knie onder handen genomen. Ik hou jullie op de hoogte.