Thanksgiving

Het is me niet vaak gebeurd dat ik alleen mijn verjaardag ben ingegaan. Ik ben er bewust van, maar voel me niet zielig. Gisteravond kwam ik aan op Aruba en at in het hotelletje mijn door mijn man klaargemaakte bammetjes met smaak op, vergezeld van een glas witte wijn. Vroeg naar bed en dus ook vroeg wakker met een heleboel felicitatie-appjes van vrienden. Bijzonder om, door het tijdverschil, al die berichtjes tegelijkertijd te ontvangen. Ik realiseer me weer eens hoe rijk ik ben. Zoals mijn man altijd zegt: “Heb je vandaag al geteld?’

Aan het ontbijt in een rustige tuin kijk ik naar kleurrijke vogeltjes die met me willen ontbijten. Ik heb sinds twee weken vriendschap gesloten met een viertal kraaien in het Westerpark, die me altijd op dezelfde plek begroeten en hun beloning in de vorm van nootjes verwachten. Ze vliegen dan een stukje met me mee in de hoop op meer. Ik ben bepaald geen ornitholoog en kom nu, na 13 jaar daar wandelen, er pas achter dat ze een eigen territorium hebben en heel slim zijn.

Terwijl ik hun caraïbische vriendjes bestudeer word ik door een dierbare vriend gebeld. Hij weet me altijd anders naar dingen te laten kijken. ‘Is het niet heerlijk dat je alleen kunt zijn op je verjaardag en het helemaal kan inrichten zoals je wilt?’ En op mijn opmerking dat ik zeer tegen mijn – ik denk toch wel calvinistische -gewoonte in de avond ervoor alleen wijn gedronken had: ‘Waarom zou je niet als je alleen bent een glas wijn drinken? Je mag toch op iedere willekeurige dag vieren dat je er bent?’ Hij heeft gelijk.

Straks ben ik niet meer alleen. Ik ga mijn jongste dochter ophalen van het vliegveld. We gaan mijn verjaardag vieren en het feit dat we een paar dagen samen kunnen doorbrengen. Met een glas wijn. Het is voor haar Thanksgiving. Voor mij ook!

Halloween

‘Kom je ook?’ vraagt ze. Ze weet hoe dol ik op haar dochtertjes ben en het heerlijk vind op belangrijke momenten erbij te zijn. Maar nu twijfel ik toch even. Halloween. Ik heb er niets mee. Weer een Amerikaans feest dat we importeren. We hebben toch al Sint Maarten? Ze legt me uit dat de meisjes zich vooral verheugen op het verkleden. En omdat hier geen carnaval wordt gevierd, is het een goed alternatief.

Natuurlijk ga ik. Niet verkleed, maar wel met een zakje gedroogde krekels en meelwormen met paprikasmaak. Insecten eten heeft immers de toekomst? Voor de gezelligheid krijgen ze allemaal ook een lolly met een sprinkhaan erin. Ik word begroet door 14 gillende, beeldschone heksjes en 1 dracula in 18e eeuws kostuum. Hoge puntmutsen, spinnen-oorbellen, glitterpanties en toverstafjes vliegen door het kleine appartement. Ze springen op de bank, rennen rondjes om de tafel en proberen geluid te halen uit het keyboard. Dat lukt. Terwijl mijn vriendin onverstoord in de pan met pasta en tomatensaus roert, probeer ik kleine Jessie te kalmeren. De drukte van de oudere heksen is haar een beetje teveel. En dan is het grote moment aangebroken, we gaan naar buiten langs de deuren om snoep op te halen. De mensen die opendoen zijn verward. ‘Ik heb geen snoep, dat is toch pas 11 november?’ Het maakt de kinderen niet uit. Het gaat immers niet om de zoetigheid, ze kunnen laten zien hoe mooi eng ze zijn!

Op de hoek lopen we een klein Grieks afhaalzaakje binnen dat er net zit. De jonge vrouw, een prachtige Aphrodite, kent het fenomeen ook niet, maar ze haalt zonder zich te bedenken een chocoladetaart uit de koelkast die ze in 15 stukjes snijdt. Haar bruine ogen glanzen als het glazuur. Wanneer iedereen aan het eten is, reikt ze haar slanke armen in de lucht en draait dolgelukkig rondjes om haar as. ‘Ik ben vandaag jarig en voelde me zo alleen. Mijn hele familie is in Griekenland. En nu komen jullie zo maar binnen.’ Iedereen juicht en dansend en zingend in het kleine zaakje vieren we met 15 heksjes en 1 dracula een Grieks verjaardagsfeest in Amsterdam.