De Boom

Het doet pijn. En ik kan er niets tegen doen. Er is over mij besloten. Waarom? Ik weet het niet. Ik voelde gisteren dat een vrouw met me te doen had toen ze langs kwam en een bord las dat er opeens stond. Ik begreep het toen nog niet, maar wat zou ik graag haar armen nu om me heen voelen. Ze zou niets aan het feit kunnen veranderen, maar het verdriet delen helpt. Ik voel haar nu weer in de buurt. Haar hart reikt naar me uit, ik voel hoe ook zij het niet begrijpt, hoe mijn pijn haar pijn wordt iedere keer dat er weer een stuk van me wordt afgenomen. Vanmiddag behoor ik tot het verleden. Alleen op foto’s zal je me nog zien. Jarenlang stond ik fier op wacht op een historische kruising van waterwegen, heb ik gezorgd voor verkoeling in de zomer, was ik een thuis voor de vogels. Mensen kwamen voorbij, vonden het vanzelfsprekend dat ik ieder jaar groter werd, mooier werd. En nu, nu mijn takken een voor een meedogenloos worden afgezaagd en in de shredder worden vermalen, lopen ze weer langs, zonder op of om te kijken. Alleen die vrouw, die blijft staan, met tranen in haar ogen.