Puberen

‘Yolanda!!!’ Twee zusjes rennen vrolijk op me af. De jongste weet niet hoe snel ze haar roze fietshelm moet afdoen om me in haar kusjes te smoren. De oudste omklemt me met haar krachtige Heimlichmethode.
‘Ik heb je zo gemist’ en –zonder tussendoor adem te halen- ‘kijk ik heb mijn rapport gekregen.’
Trots laat Lou me haar lijst zien, waar vrijwel alleen maar g’tjes op staan.
‘Dat betekent goed’ legt ze me voor de zekerheid uit.
Toen ze vijf jaar was waarschuwde juf haar moeder dat Lou een taalachterstand had en dat de ouders vooral niet Bosnisch met haar moesten praten. Mijn vriendin was ervan in de war en ik probeerde haar gerust te stellen. En zie nu, niet alleen het rapport is het bewijs, maar vooral haar dochters gedrag. Lou is bijna negen, verslindt boeken, was sneller dan snel uit de AVI en heeft een enorme woordenschat in Nederlands én Bosnisch.

We bestellen pizza, de kinderen zijn uitgelaten en kletsen de oren van hun moeders en Moma’s (dat ben ik) hoofd. Tussen de kinderbedrijven door kan ik nog een paar woorden wisselen met mijn vriendin. Ze is moe. Ze heeft twee dochters, een baan en een eigen bedrijf. Ze wil alles even goed doen en al die ballen in de lucht houden valt niet mee. Aan een ander tafeltje zitten ouders met hun zoontje. De volwassenen praten uitsluitend met elkaar, het jongetje is vergroeid met zijn Ipad. De meisjes rennen om hem heen en willen hem in hun spel betrekken. Hij kijkt even op, weet niet hoe hij moet reageren en duikt weer snel in zijn digitale wereld.
‘Ik geloof dat Lou al aan het puberen is’ zegt mijn vriendin verontrust, terwijl ze naar de uitgelaten meisjes kijkt. ‘Ze krijgt ook al borstjes. Dat is toch hartstikke jong voor een meisje van nog geen negen?
Een vroege puberteit is iets waar ze nu even niet aan moet denken.
‘Ze kan zo opstandig zijn en dan zegt ze soms dingen waar ze later weer spijt van heeft.’

Even later kruipt Lou op mijn schoot, onzeker en verdrietig na een kleine woede-explosie.
‘Er gebeuren soms rare dingen in mijn hoofd en dan roep ik van alles wat ik niet zo bedoel. Sorry.’
Ze legt haar armen om mijn nek en fluistert in mijn oor. ‘Ik ben ook bang dat ik later dronken word, en ga roken en een tattoo ga zetten. Maar dat wil ik helemaal niet.’ Ze kijkt me intens bedroefd aan en zucht diep. ‘Ik wil weer jong zijn en net als Runa roze dragen.’

 

De Grote Amsterdam Quiz

Ik zou er niet zijn en ben er toch. Vakantieplannen veranderen net zo snel als het Nederlandse weer en nu kan ik mee doen aan de Grote Amsterdam Quiz in de Nieuwe Kerk.
Bij de muziek van het orgel druppelen zo’n 350 deelnemers naar binnen. Ooit was de Nieuwe Kerk gebouwd voor katholieke kerkgangers, maar nadat katholiek Amsterdam in 1578 opportunistisch besloot toch maar de protestanten te steunen, werden de beelden uit de katholieke kerken gesloopt en de muren wit overgeschilderd. Nu konden de protestantse gelovigen zonder afleiding ter kerke gaan. Maxima moet zich deze verandering hebben gerealiseerd toen ze hier als katholieke protestant haar ja-woord gaf.

Achter mij zit een vrouw in een perfect op kleuren gekozen rode trui en zwarte rok aantekeningen door te nemen.
‘Heb je ervoor gestudeerd?’ vraag ik verbaasd. Ze kijkt verstoord op, ik heb haar uit haar concentratie gehaald.
‘Ja best wel, en nu neem ik nog even alles door zodat het vers in mijn hoofd zit.’
Een beetje overdonderd kijk ik verder rond. Voor me zit Hans Tulleners, de grote Amsterdam-kenner, in een rood-wit geblokt jasje nerveus het knopje van zijn zwarte pen met drie rode kruisjes in en uit te drukken. Naast hem staat een grote leren ‘advocaten’ koffer waar, vermoed ik, een heel stuk Amsterdam-archief in zit.
Het dringt langzaam maar zeker tot me door. Dit is geen geintje, geen geestige pubchurch quiz, maar een bloedserieuze wedstrijd tussen fanatici.

Exact om 13 uur stopt het orgelspel en vuren Johan Fretz van het Parool en Koen Kleijn van Ons Amsterdam de vragen op ons af.
‘Hoe lang is een roe?, Hoe heette de oorlog in 1428 tegen een aantal Duitse steden?, Welke korfbalvereniging heeft Drees niet opgericht?, Wat wilden Clooney en kornuiten stelen in de film Ocean Twelve?, Hoe heette in 1965 het kamp voor gastarbeiders in Amsterdam Noord?, Hoe heette de olifant die Rembrandt geschilderd heeft?, Waar woonde Rembrandt voordat hij naar het huidige Rembrandthuis verhuisde?, Wanneer vond de brand van Hotel Polen plaats?, In welke buurt woonden de meeste NSB-stemmers?, Wie was geen geboren Amsterdammer: den Uijl, Gullit, Carmiggelt?, In welke straat opende Cruijff zijn schoenenwinkel ‘Shoutique’?, Wanneer kwam Ransdorp bij Amsterdam? Hoe heette de man die de grond gaf waarop de Nieuwe Kerk is gebouwd en waar dankt de Dubbeleworststeeg zijn naam aan?’

Zeventig vragen verder kijken we elkaar wat lacherig aan. Een ding is zeker, als we niet winnen, hoeven we ons niet te schamen. Dan maakt Johan Fretz de winnares bekend die stomverbaasd naar voren loopt. Ze heeft een score van 54 op 70. Op de vraag of ze het moeilijk had gevonden, bekent ze dat ze vrijwel alles gegokt heeft.

Tijdens de borrel voor ons, Amsterdamse masochisten, volgt een pijnlijke ontknoping. Het blijkt dat er fout is geteld en gildegids Otto Meijer mag zich de echte winnaar noemen. Bescheiden neemt hij zijn prijs in ontvangst.
‘Liever in Mokum zonder poen, dan in Parijs met een miljoen’, zegt hij overtuigd.
Maar hij gaat nu wel lekker vijf dagen naar Nieuw Amsterdam.