Schaduwkade

Buiten dwarrelen duizenden zilvergele bloesemblaadjes in het zonlicht en eindigen hun korte avontuur van vrijheid in kleine hoopjes op straat of drijvend als eilandjes in de gracht. Lentesneeuw.

Dit jaar was ik tijdens Dodenherdenking op de Nieuwe Keizersgracht. Op 26 mei 2013, zeventig jaar na de laatste razzia, werd hier het monument ‘Schaduwkade’ onthuld. Huidige bewoners van de Nieuwe Keizersgracht, waar 200 Joodse bewoners waren opgepakt en vermoord, namen het initiatief om de schaduw die tijdens de Tweede Wereldoorlog over hun stuk gracht gevallen was, kenbaar te maken. Aan de Hermitagezijde kreeg ieder even huisnummer zijn eigen plaquette met ernaast naambordjes van de bewoners, leeftijd, sterfdatum- en plaats. Zo is het hele gezin Kalf, Herman (37), Judith (26), Sal (6) en Lion (3) van nummer acht op 11 juni 1943 in Sobibor vermoord. Je kan je in je ergste nachtmerrie hier geen voorstelling van maken. Is er blinde paniek? Wordt er gegild? Of fluisteren de ouders hun kinderen toe dat het goed komt, terwijl ze elkaar over hun lichaampjes in de ogen kijken en weten?
De onthulling was destijds mooi in al zijn eenvoud, maar niemand had kunnen vermoeden hoe symbolisch zij ook bleek te zijn. Over de plaquettes lagen lange doeken die vast waren gemaakt aan twee sloepjes. De bootjes voeren van elkaar weg en trokken de bedekking met zich mee, het water over. De gedenkplaten waren onthuld. De namen voor altijd herinnerd.

Een week na de ceremonie stapte Werner, een van de twee schippers, op de directeur van de rondvaartrederij af die de sloepjes had aangeboden. ‘Vorige week heb ik die onthulling gevaren van de Schaduwkade. En ik wilde je vragen … ‘ Hij wachtte even, zocht naar woorden. ‘Was het een bewuste keuze dat je mij en de andere schipper dit liet doen? Verbaasd en tegelijkertijd vragend was de reactie. ‘Nee, hoezo?’ ‘Weet je dan niet dat ik de zoon van een Wehrmachtsoldaat ben, en de andere schipper de zoon is van Lou de Jong?’

De herdenking afgelopen donderdag was kleinschalig, sober en mooi. Een buurtbewoonster vroeg de pakweg honderd mensen wat dichter om haar heen te staan, want zij sprak zonder versterker. Een Oost-Europese accordeonist speelde zulke melancholieke muziek, dat die hem zelf aan het huilen maakte. Na de twee minuten stilte legden we witte rozen op de plaquettes, naast de tulpen die al door de Stille Tocht waren achtergelaten. Vrijheid is geen vanzelfsprekendheid.