Het is druk op de Haarlemmerdijk. Veel mensen die op het laatste moment nog iets moeten kopen voor de verjaardag van een statige oude man.
Voor me staat een modieuze krulletjeshond stil bij een Marokkaanse traiteur, die buiten een mand vol verse pompoenen en wortels etaleert. Het ziet er uitnodigend uit, precies wat de eigenaar wil. Dat vindt de viervoeter blijkbaar ook want hij tilt zijn poot op om de oranje groentes met zijn dampende, gele straal flink te bevochtigen. Zijn bazin staat ernaast en kijkt ernaar.
Voordat ik van mijn verbazing ben bekomen, loopt ze door. Ga ik hier wat van zeggen of laat ik het gaan? Mijn benen hebben blijkbaar de keuze al gemaakt en bij de deur van de Blokker haal ik haar in. Nadat ik vier keer ‘mevrouw’ tegen haar heb geroepen, draait ze zich eindelijk om.
“Weet u dat uw hond net op de groente van die winkel plaste?’
Ik wijs haar de winkel aan, ze kijkt me ongeïnteresseerd aan.
‘English please’, zegt ze op een niet-vragende toon.
Gelukkig spreek ik wél paar woordjes over de grens en kan ik op haar uitnodiging ingaan.
‘Your dog just peed on the vegetables of that shop.’
‘No, he didn’t.’
‘Yes, he did. And you were watching him doing it. You didn’t even pull him away. You can still see his wet mark on the vegetables and the pavement.’
Ik wijs naar de winkel, en nodig haar uit ernaar toe te lopen, wat ze weigert.
‘What is it of your concern? ‘Who are you? In what function do you dare to talk to me like that? Are you a police officer? What are you?
Ik geef het meest logische antwoord waar ik zo snel op kan komen.
‘I am a citizen of Amsterdam and I care about this city.’
‘Do you have a dog?’ vraagt ze dan.
Ik begrijp niet goed waarom dit belangrijk is, maar ik bevestig dat ik een hond heb, ook al is Sam een paar jaar geleden overleden. Op het feit dat ik een hondenbezitster ben, weet ze niet te reageren en besluit dan maar:
‘Oh well, mind your own business crazy woman and don’t bother me. How dare you talk to me like that.’
Ze draait zich om, trekt aan de riem van de aanstichter, en beent weg.
Ik ben verbaasd. Nee, ik ben pissig. Dat is absoluut het juiste woord nu. En ik krijg nare gedachten, die ik niet wil hebben. Wat doet ze hier in mijn mooie stad. Laat haar teruggaan naar Trump-country. Laat haar hond daar alles lekker onder zeiken. Ik zeg tegen mezelf dat me dit natuurlijk ook met een ras-Amsterdammer had kunnen overkomen, maar ik sta nog niet helemaal open voor mijn eigen redelijkheid. Dan gaat mijn telefoon.
‘Wat ben je aan het doen?” vraagt mijn buurtgenoot en ik vertel haar wat me net is overkomen.
‘Gewoon meteen eruit’ is haar eerste reactie.
Laten we het daar maar bij houden.