24 uur lief zijn voor Eberhard

De klap hadden we al gekregen. Maar nu kwam de dreun. De man waar Amsterdam zielsveel van houdt, kan niet verder. Met liefde en ver voorbij normaal verantwoordelijkheidsgevoel heeft hij zijn stad en haar bewoners tot vrijwel het einde richting gegeven en bestuurd. Eberhard – de Amsterdammers voelen zich zo na tot hem dat ze hem tutoyeren – zegt vaarwel.

Een man waar ja ja is en nee nee. Een man die met een sprankel in zijn ogen de moeilijkste situaties aangaat. Ze zijn allemaal al genoemd deze week: de zedenzaak van Robert M (daar was geen sprankel, maar tranen), het papegaaien op Occupy, de Maagdenhuisbezetting (één oog met sprankel, de andere bedekt met een lapje), het uitfluiten door supporters van zijn geliefde Ajax en de make-over van Zwarte Piet. Een man met warmte, daadkracht en humor, rechtlijnig en een beetje stout. We weten wat we aan hem hebben.

Woensdag hebben wel 1000 Amsterdammers hun dankbaarheid aan Eberhard getoond. Voor de Burgemeesterswoning hebben we geklapt, gejuicht en ‘Aan de Amsterdamse grachten’ gezongen. Hij heeft het kunnen horen, zei zijn bewonderingswaardige echtgenote Femke, maar naar het raam komen, dat lukte niet meer. Ondanks de trieste reden van de bijeenkomst, voelde ik mij verwonderlijk licht toen ik wegliep. Amsterdam was verenigd in liefde en iedereen was aardig voor elkaar toen we in de drukte onze fietsen pakten. We lieten elkaar voorgaan, we namen de tijd en lieten ons op een hele fijne manier van onze beste kant zien. We kunnen het dus wel.

Laten we nóg een cadeau aan Eberhard geven. Iets waar we moeite voor moeten doen. Laten we ons 1 dag aan de regels houden. En dat zo breed maken van niet door rood rijden tot niet moorden. We fietsen niet op de stoep, we breken niet in, we slaan niemand in elkaar, we stoppen bij de zebra, we schreeuwen niet ‘mongool’, zakkenrollers steken hun handen in eigen zakken, er wordt niet illegaal gedeald, we schelden niet op toeristen, we rijden niet te hard en we gooien geen troep op straat.

24 Uur lief zijn. Voor Eberhard. Dat lijkt me het mooiste afscheid dat zijn geliefd Amsterdam hem kan geven.

Verjaardag

Onze oudste dochter is vandaag 23 jaar geworden. Ze heeft ons een groot cadeau gegeven, we zijn een lang weekend samen. Vannacht klokslag 12 staan mijn man en ik naast haar bed om haar te feliciteren. Met een verbaasde, uit haar concentratie gehaalde blik kijkt ze van haar laptop op en ziet een vader die haar uitbundig toezingt en een moeder die – in Eva’s kostuum want bijna klaar om naar bed te gaan-, haar een knuffel geeft. Ze is zo hard aan het werk dat ze haar verjaardag vergeten is. Hoe anders dan haar twee jaar jongere zusje die als kind de dag na haar verjaardag al weer begon af te tellen: ‘Nog 364 nachtjes slapen en dan ben ik weer jarig!’ Ze hecht nog steeds veel waarde aan feestdagen en leeft het familie adagium to the fullest: ‘Vieren wat je vieren kunt, want de problemen komen vanzelf!

Vanochtend hang ik slingers op en ik twijfel. Doe ik dit voor mij of voor haar? Vindt ze dit op haar 23ste nog wel leuk? Ik hoor haar wekker afgaan en feliciteer haar nogmaals met een heerlijke cappuccino op bed. Betere timing. Ze ziet de slingers, glimlacht en geeft me een bemoedigend kneepje in mijn hand wat wil zeggen ‘ja mam, ik vind het heel lief, en ja ik weet ook dat jij dit nog nodig hebt.’

Het gaat een fijne dag worden.