Glunderend komt een van mijn twee broers binnen met een taartdoos in zijn handen. We zijn vandaag samen om spullen op te ruimen van onze ouders die al weer negen jaar geleden binnen 24 uur na elkaar zijn overleden. Destijds hadden we in korte tijd hun appartement moeten opruimen en een aantal dingen hadden we ‘tijdelijk’ opgeslagen om later in rust uit te zoeken. Dat later was nu dan eindelijk aangebroken.
Het bekijken van foto’s, brieven en ander persoonlijk materiaal werd zoet ondersteund door de taart die mijn broer had meegebracht. Als er iets te vieren viel in onze jeugd -een verjaardag, diploma of familiereünie-, dan had mijn oma bij bakkerij Dezi op het Olympiaplein een Dezibol gekocht. Een halve bol opgebouwd uit een bodem chocoladecake, een laagje rode jam, een crèmige chocoladevulling omhuld door een rand chocoladecake. Het geheel was bedekt met een dunne, knapperige chocoladekorst aan de onderkant versierd met een centimeter hoge rand van hagelslag. Een lila, nergens naar smakend bloemetje sierde de bovenkant. Het was een stille wedstrijd wie van de kinderen het eerst naar de koelkast was geslopen om het er stiekem af te snoepen.
Banketbakker Dezi bestaat al heel lang niet meer en de Dezi bol was door mij gerangschikt onder het kopje dierbare herinneringen. Tot vandaag. Mijn broer was erachter gekomen dat een oud-medewerker van Dezi het recept had meegenomen naar zijn nieuwe werkgever en het iets had aangepast. For old times sake was hij de dag ervoor naar het Hoofddorpplein gereden om de geliefde familietraditie te kopen.
De jam in het nieuwe recept miste, het gevoel van samen zijn kwam terug.