We zijn op de terugweg van een bezoek aan een oudere maar uiterst vieve vriendin. Ze heeft een half jaar geleden haar partner verloren, maar ondanks het grote gemis houdt ze zich goed staande. Dat is, volgens haar, vooral te danken aan de liefdevolle manier waarop haar partner de laatste weken voor haar dood, haar heeft voorbereid. Het lichaam was op en haar geest was klaar om naar het oneindige toe te gaan, maar ze heeft nog tien weken de tijd genomen om haar vrouw te helpen met het naderend afscheid en een leven alleen. Maar volgens onze vriendin is dat niet alles. Ook nu ze dood is, blijft ze continu in haar leven aanwezig. Ze herkent haar bijvoorbeeld in een dagpauwoogvlinder die op hun oude spinnenwiel gaat zitten, net voordat ze deze afgelopen december weg geeft. Vlinders zijn er immers niet in de winter. ‘En heb ik je het verhaal verteld van het servies?’ vraagt ze aan ons. Wij schudden van nee. ‘Ik heb dit oude servies nog van mijn moeder. Het is wit met een kosmosblauwe rand. Er is van alles zes, behalve van de soepkommen, want Sonja heeft er jaren geleden een laten vallen. Ik heb er nog steeds de smoor in. Iedere keer als ik de kast open doe, tel ik ze. Een, twee, drie, vier, vijf. Geen zes. Maar een stapel van zes ziet er toch echt anders uit dan een stapel van vijf, dus laatst besloot ik om op internet te gaan zoeken naar de missende kom. Helaas zonder resultaat.’ We luisteren naar haar verhaal en vragen ons af waar het naar toe gaat. Ondertussen zien we in haar tuin koolmeesjes, roodborstjes en merels genieten van de uitgebreide maaltijd van zaden, nootjes en stukjes appel die ze hen iedere dag weer opdient. ‘En je zal het niet geloven, maar vorige week open ik de kast, tel weer uit gewoonte en kom uit op zes! ‘Dat klopt niet’ denk ik, doe het kastje dicht en weer open, tel nogmaals en ik kom weer tot zes. Dat is toch ongelooflijk wat ze allemaal voor me doet?’
Ik rij terug terwijl mijn man zich overgeeft aan een power nap. Ik ben altijd voorzichtig met ervaringen ‘uit een andere wereld’. Ik ben er vanuit mijn moeders kant gevoelig voor, maar prefereer de nuchtere kijk van mijn vaders zijde. Plotseling, zonder enige aanwijsbare reden, remt een auto keihard voor me op de snelweg waar we 130 mogen rijden. Al de hele weg hoor ik de waarschuwing van mijn –al 11 jaar dode- vader in mijn hoofd dat je genoeg afstand van je voorganger moet houden en houd me er aan. Ik rem en wijk uit naar de rechterbaan waar ik geen auto zie, waardoor de wagen achter mij meer remruimte heeft. Het loopt goed af. Door de manoeuvre is Felix direct wakker. Een minuut later belt onze dochter vanuit New York overstuur op. ‘Pappa, ik droomde net dat je dood was, gaat alles goed met je? Hij kalmeert haar en babbelt over koetjes en kalfjes. Dan hangt hij op. We kijken elkaar alleen maar aan.
Heel mooi mam!!!!
Miriam
LikeLike
Ik lees je verhaal en vind het prachtig, het is pakkend geschreven. Ik zit er helemaal in en de zesde soepkop zoemt nog na. Dan, verder lezend bekruipen me ineens koude rillingen.
Een kleine thriller in een notendop…..
Prachtig.
Manna
LikeLike
Mooi geschreven ! Ja, is er meer ? Ik geloof meer in toeval maar ga soms ook twijfelen! Liefs vanuit heerlijk Marrakech, I
Inger Kolff
>
LikeLike
Is er dan toch meer tussen hemel en aarde. Heerlijk geschreven.
LikeLike
Kippevel. Beautifully written.
LikeLike